BT-3 Rotterdam 2010 (specialisatie)

De workshop is opgesplitst in 2 onderdelen. Enerzijds het trainen van gespecialiseerde bewegingen op positie en anderzijds speciale (aanvallende) onderwerpen als out-of-bounds, press breakers en last-second shots. Dat maakt het wat onoverzichtelijk (voor mij). Duidelijk is wel dat het allemaal over de aanval moet gaan (volgens de reader) en dat speciale situaties in de verdediging geen aandacht wordt gegeven.

Verder wordt verwacht dat we de onderwerpen van een methodisch, didactische aanpak voorzien. Nu is dat bij lesgeven niet zo raar, maar dat betekent dat het lesgeven in bovengenoemde onderwerpen uitgangspunt is, en niet de technieken of tactische snufjes. Uiteindelijk gaat het erom of de cursist van de BT3 cursus dit aan zijn of haar spelers uit kan leggen, oefeningen mee kan laten doen en ervoor te zorgen dat het tot een goede uitvoering tijdens de wedstrijd komt.

‘Methodisch didactisch’ is het eerste waar we stil bij gaan staan. Want wat wordt hier bedoeld?

Methodisch werken is eigenlijk een vorm van procesbesturing. Het heeft als doel iets op een beheerste, gestructureerde en gecontroleerde wijze te laten verlopen. Methodisch werken heeft vier kenmerken:

  • Het handelen is doelgericht.
  • Het handelen is systematisch: het verloopt volgens van te voren geplande stappen. Deze stappen zijn afgeleid van de doelstelling.
  • Het handelen is procesmatig: de verschillende stappen sluiten op elkaar aan. Daarbij wordt rekening gehouden met het effect dat de ene stap op de andere heeft.
  • Het handelen is bewust: De uitvoerder weet wat hij doet (planning) en waarom (doel).

De didactiek is de ‘leer van het onderwijzen’. Het gaat dan om de vraag wat de leerstijlen van je team zijn en hoe je stof zo aan kunt bieden dat alle spelers worden bereikt en dat alle spelers de stof onder de knie krijgen. Een hulpmiddel hierbij is de leercirkel van Kolb, waarbij er 4 leerstijlen worden onderscheiden en de lesgever alle stijlen (de cirkel rond) moet aanbieden. Een lesgever, die de grondregels van de didactiek naleeft, zorgt dat voordat hij de stof aanbiedt hij eerst weet wat de leerdoelen van de groep zijn. Om vervolgens vanuit een beginsituatie (wat weten ze wel en wat weten ze niet), de juiste stof in de juiste hoeveelheid aan te bieden.

Dat klinkt allemaal wat formeel, uiteindelijk betekent het dat we via een duidelijk stappenplan de stof (op verschillende manieren) moeten aanbieden, uitgaande van wat de spelers weten en wat het trainingsdoel is. Dit zal dan ook steeds uitgangspunt zijn tijdens de workshop.

Specialisatie

Dan de onderwerpen zelf. We starten met de specialisatie per positie. Op welke leeftijd zou je hiermee moeten starten? In de Angelsaksische wereld wordt voor dit soort ‘planning’ tegenwoordig het LTAD gebruikt. Dit staat voor Long Term Athlete Development. Hierin wordt (zo nauwkeurig mogelijk) beschreven wanneer wat getraind moet worden met jonge spelers. Hier een site van de Canadese basketbalbond met een uitgewerkt plan: http://www.basketball.ca/en/hm/inside.php?sid=267&id=3887. In dit plan wordt gepropageerd om specialisatie per positie zo lang mogelijk uit te stellen. Letterlijk staat in het plan:

“Even during practices, focus is sometimes shifted to practicing sets, press break or scrimmaging, before a player can make a left handed layup. Our focus as leaders of the next generation of players must be to develop well-rounded basketball players. This can only happen if coaches emphasize development of the individual player more so than the team. Players need to learn the game, not a position. Individual development is the foundation.

Er is een speciaal hoofdstuk besteed aan het ‘probleem’ van specialisatie. Er wordt gesteld dat spelers vanaf de T2C (Train to Compete fase – volg voor uitleg de link hierboven) per positie moeten worden geschoold. Voor jongens is dat vanaf 16 jaar en voor meisjes vanaf 15 jaar. Er wordt met name gesteld dat spelers zich eerst algemeen moeten ontwikkelen in allerlei facetten (fysiek, mentaal, technisch) voor spelers ‘beperkt’ gaan worden per positie. Die algemene scholing moet door middel van kwaliteitstrainingen en met de nadruk op het ontwikkelen van de technische vaardigheden van de individuele speler en dus minder nadruk op het team.

Na dit zijsprongetje dan snel naar de specialisatie. Er vanuit gaande dat dit wordt gestart in het U18 team en voorzichtig wordt voorbereid in het U16 team. Hier wat onderwerpen waar we aandacht aan kunnen besteden:

Spec_per_pos

Bij het maken van een training is het belangrijk om tijd te besteden aan individuele zaken. Dat is soms lastig als je met een grotere groep werkt. Toch kan je een groep indelen op positie, waarbij je van te voren duidelijk maakt dat je maar 1 groep gerichte aandacht gaat geven. De andere groepen werken dan aan hun eigen vaardigheden en per training rouleer je dit. Het heeft met vertrouwen te maken en ook met een cultuur. Als spelers beter willen worden dan is het voor iedereen duidelijk dat je de aandacht niet steeds aan iedereen kan geven. Desnoods vraag je 1x in de zoveel tijd aan iemand in je club om te helpen op de training.

Een training kan starten met deze fundamentals. Waarom zou je moeten beginnen met lay-ups als je kan beginnen met het vrijkomen van forwards (L-cut/V-cut) en het verwerken van een pass in een triple threat actie. We zullen hier op de workshop aandacht aan besteden. Het betekent dat je het niet op volle snelheid kan doen, maar rustig moet opbouwen. Ideaal dus om een vaardigheid aan te leren. Dat moet ook van langzaam naar snel en van makkelijk naar moeilijk. Als de spelers warm zijn, kan je de oefening uitbouwen naar meer oefeningen met meer weerstand. Dat kunnen bijvoorbeeld 2-tegen-2, 3-tegen-2 en 3-tegen-3 drills zijn.

Speciale situaties

Het tweede onderwerp dat we behandelen zijn speciale situaties. In de reader staan alleen aanvallende situaties, maar er zijn natuurlijk ook verdedigend speciale situaties te bedenken. Als we het hebben over een press-breaker, kunnen we het ook hebben over de press of speciale press-situaties. Bijvoorbeeld na vrije worpen of aan het eind van een kwart. Als we het hebben over een ‘last-second-play’ dan is de verdediging hiervan ook belangrijk. Maar naast de onderwerpen die zijn genoemd, moet een coach ook het hoofd bieden aan de verdediging van een speler die aan het eind van de schotklok de bal krijgt en een actie zal gaan maken. Wat doe je? Ga je dubbelen, zodat de speler gaat passen (naar een open man), of doe je dat juist niet? Ga je in een zone? Het zijn in ieder geval situaties die ‘speciaal’ zijn en waarover je moet nadenken, zodat je er niet tijdens de wedstrijd (onverwachts) mee geconfronteerd wordt.

In sneltreinvaart nu de 3 onderwerpen die we behandelen tijdens de workshop als speciale situaties:

  1. Baseline out of Bounds (BLOB);
  2. Sideline out of Bounds (SLOB);
  3. Press breaker.

Verder zullen we het hebben over de situatie rondom het einde van de schotklok en het einde van het kwart. Dit wordt behandeld als onderdeel van de BLOB en SLOB, maar niet zeer uitvoerig. Het is belangrijk om dit als coach goed te overdenken, omdat in deze situaties vooral de individuele kwaliteiten die je team bezit, in stelling moeten worden gebracht. Het is ook een aardige mentale test. Welke speler vindt het leuk om deze situaties de bal te krijgen en kan hier dan ook daadwerkelijk iets mee doen. Deze mentale component zullen we zeker ook behandelen omdat die de effectiviteit van de gekozen play verhoogt. Misschien kan je zeggen dat zonder een mentaal sterke speler die het leuk vind om de bal te hebben, je vooral moet proberen om een wedstrijd niet aan te laten komen op die beslissende momenten. Ter relativering even deze clip van Youtube over de grootste clutch speler die we in het basketbal kennen:

please install flash


please install flash


Zonder Kobe Bryant te kort te willen doen, want die heeft ook prachtige schoten gemaakt op belangrijke momenten. Maar uit historisch perspectief is het leuk om Michael Jordan hier als voorbeeld te nemen. Deze situaties zullen ter sprake komen, maar behalve een mentale component speelt talent – en geluk -  hier natuurlijk ook een belangrijke rol. En soms gebeurt het gewoon in een ongeloofelijke wedstrijd, zoals ik afgelopen seizoen bij de Giants had. Zie hieronder de ontknoping van de kwartfinale voor de beker. Probeer dat maar eens te coachen. Gewoon in een hoekje gaan zitten en wachten tot het voorbij is…

please install flash

Tot slot: Als coach zeg je soms teveel. Je brengt spelers daarmee in een denk-stand (vooral als de spelers je serieus nemen). Ik ben op dit moment aan het lezen in een prachtig boekje dat deze materie behandelt. Het boek heet ‘Mindset’ en is geschreven door Jackie Reardon. Ik werkte vorig jaar met dit boek bij Bergen op Zoom en het is een zeer praktische handleiding voor mentale training. Het is een methode om spelers echt ‘in het moment’ te laten spelen. Een aanbeveling voor iedereen die op een praktische manier zijn of haar team wil begeleiden om goed te presteren. Het garandeert geen overwinning, maar wel plezier in het spel. Via deze link is meer te lezen over Jackie en haar methode.

Geef een reactie