Rebounding in de statistieken

In mijn vorige bijdrage schreef ik over het tempo-vrij bekijken van statistieken. Vooral bij het kijken naar de kwaliteit of efficiëntie van een team moet je ook meenemen met welk tempo een team speelt. Schiet een team steeds binnen de eerste 10 seconden van een aanval, of spelen ze de 24-seconden klok helemaal uit? Het maakt een verschil in de  beoordeling van een team. De conclusie in dat artikel was dat kijken naar het totaal aantal gescoorde punten of het totaal aantal gescoorde punten van de tegenstander niet de kracht of efficiëntie liet zien van een team, juist omdat het tempo waarmee een team speelt moet worden meegenomen in die vergelijking. Punten per balbezit dus.

In dit stuk wil ik bekijken of hetzelfde ook geldt voor rebounding. Kun je door rebounds per balbezit te bekijken een goede indruk krijgen van de reboundkracht van een team. Daarvoor wil ik de finale teams in Nederland en Oostenrijk bekijken.

Wedstrijd 3 in de play-offs: Den Bosch – Groningen 80-72
Den Bosch: aanvallende rebounds 11 en verdedigende rebounds 22
Groningen: aanvallende rebounds 9 en verdedigende rebounds 16

Op het eerste gezicht wint Den Bosch dit rebound duel met 33 – 25. Maar rebounds kan je alleen pakken als er wordt gemist. Daarom zijn rebounds altijd een verhouding ten opzichte van het aantal gemiste schoten. En in die verhouding:
Den Bosch mist 14 2-punters en 13 driepunters en pakt van die gemiste schoten 11 gemiste schoten terug. Dat is 41%, wat goed is.
Groningen mist 11 2-punters en 17 driepunters wat betekent dat Groningen een aanvallend rebound percentage heeft van 32%, wat gemiddeld is.
*In beide gevallen heb ik vrije worpen niet meegeteld in de gemiste schoten. Dat was hier makkelijk omdat beide teams maar 2 vrije worpen misten. Het is lastig om dit als rebounds te bestempelen, omdat een speler de eerste vrije worp kan missen en de tweede kan raken, waardoor er geen rebound situatie is maar een balinname achterlijn.

Als we deze cijfers weten, dan weten we ook de verdedigende rebound cijfers. Want het aanvallende rebound percentage van het ene team, geeft het verdedigende voor het andere team. Den Bosch wint dit opnieuw: 68% verdedigende rebounds ten opzichte van 59% voor Groningen.

Zo zijn de cijfers helderder. Groningen geeft Den Bosch de kans om bijna de helft van het aantal missers (41%) opnieuw om te zetten in de doelpoging. En zie hier het probleem bij het bekijken van rebounds per balbezit. Want een aanvallende rebound (volgens de definitie van ……) eindigt het balbezit niet. Twee aanvallende rebounds en een tip-in waarbij het aanvallende team scoort, komen uit hetzelfde balbezit. Daarmee kan op het eerste gezicht (we gaan nog rekenen) het nooit een goede indicator zijn voor rebounding.

Het aantal keer balbezit voor beide teams ligt laag. 64 en 63 keer balbezit wat op een zeer gecontroleerde halfcourt wedstrijd duidt. Het aantal rebounds per balbezit komt dan voor Den Bosch uit op .51 en voor Groningen op .39. Maar wat dat precies zegt, zou ik nu niet weten.

Als ik hetzelfde experiment uitvoer met de Oostenrijkse finale tussen Vienna en Gussing (wedstrijd 1 met 79-92 gewonnen door Gussing) dan zijn daar ongeveer dezelfde rebounding cijfers. Vienna heeft 26 rebounds in totaal waarvan 9 aanvallend en Gussing heeft 38 rebounds in totaal, waarvan 14 aanvallend.
In rebound percentages een duidelijk voordeel voor Gussing: 52% aanvallende rebounds en 77% verdedigende rebounds. Een onwaarschijnlijk rebound overwicht. Zo kan je nog eens een bal missen. De helft van de gemiste schoten wordt teruggepakt. Gussing eindigt de wedstrijd met 59% 2 punts percentage en 48% 3 punts percentage.

Het tempo van de wedstrijd ligt wat hoger dan in Nederland: 73 keer balbezit voor beide teams. Dat betekent dat Gussing .52 rebounds per balbezit heeft en Vienna .36 rebounds per balbezit. Deze cijfers lijken op die in Nederland. Maar in percentages is Gussing van deze 4 teams het meest dominante team. Meer dan 50% aanvallende rebounds en je eigen basket beschermen door bijna 80% verdedigende rebounds te pakken. Geen tweede kansen voor de tegenstander. Dat heet domineren. En percentages zeggen dan meer, dan rebounds per balbezit.

Geef een reactie