Verdedigen Zwolle (DBL: Zwolle-Den Bosch)

We kijken in deze bijdrage naar het verdedigen Zwolle in de DBL. De wedstrijd tussen Zwolle en Den Bosch van donderdag 24 oktober was een wedstrijd tussen de 2 best verdedigende teams op dat moment. Beide teams zijn effectief in de aanval en effectief in de verdediging. Beiden kregen (voor aanvang van de wedstrijd) ruim 80 punten tegen per 100 keer balbezit en maken er ruim 110 per 100 keer balbezit in de aanval. (zie hiervoor: http://bball.serraict.com/pages/reports/2013-2014/teamindicators_regular_season.html). Dat garandeert winnende wedstrijden.

Zwolle, dat weten we nu, wint het duel. We focussen in deze analyse op de verdediging van Zwolle om de vraag te beantwoorden wat de verdediging van Zwolle goed maakt.

Allereerst krijgt Zwolle een laag 2-punts percentage tegen. Zwolle heeft een team met veel lengte. Bekend is dat schoten waar een verdediger bij staat, het schotpercentage met minimaal 10% naar beneden brengt. In vaktermen zeggen coaches dat ze willen dat hun spelers alle schoten “contesten”. Een hand bij de bal, meespringen bij het schot. Lengte helpt in de verdediging, vooral dichtbij de basket. Je moet er als tegenstander toch overheen schieten. De help verdediging wordt vroeg neergezet, waardoor het schot van buiten een goed alternatief lijkt. Tegenstanders schieten daardoor relatief veel driepunters (Zwolle krijgt gemiddeld 23 driepunts pogingen tegen, terwijl het gemiddelde voor de hele competitie op 18 ligt) en veel midrange 2-punts schoten. Maar tegenstanders gooien er maar 30% van die driepunters raak. Dat is minder dan een punt (0.9) per schot. Goed verdedigd!

Wat de verdediging vooral goed maakt, is dat het met grote consistentie gebeurt. Elk team verdedigt goed, maar de beste teams doen dat elke verdediging weer opnieuw. Het vraagt discipline en concentratie om je taak steeds opnieuw uit te voeren (ongeacht het resultaat in de aanval). Uiteraard worden er weleens fouten gemaakt, maar als het gebeurde viel het op.

Een goed team kan ook kleine aanpassingen maken. Zie onderstaande beelden van een backscreen in de aanval van Den Bosch. In eerste instantie levert dit een open jumphook voor Wesley op. Als het backscreen in de volgende aanval weer wordt gezet, heeft Zwolle een antwoord of eigenlijk een aanpassing. De screen wordt fysiek verdedigd door Sergio de Randamie en Wesley komt niet open. In het laatste fragment nog even aandacht voor de rotatie van Nick Hulzebos, die de roll (na de pick) van Wesley adequaat verdedigt (een makkelijke pass naar de post voorkomt) waardoor Den Bosch een 24 seconden overtreding maakt.

Om dichtbij de basket te scoren, moest Den Bosch als team hard werken. Eigenlijk werd Zwolle alleen verslagen door de high-low pass, een pass van de top naar de basket toe. Dat vraagt samenwerking van een tegenstander, iets waar teams vaak het geduld niet voor hebben. Wesley had dat geduld wel, positioneerde zich niet voor de 1e pass (vanaf de wing), maar probeerde te anticiperen op de 2e pass (van de top). Maar nogmaals, dit vraagt veel samenwerking van een tegenstander en veel beweging van alle spelers van de tegenpartij.

Zwolle is gedisciplineerd in hun transitie naar de verdediging. Er zijn steeds 5 spelers achter de bal, zodat er vroeg in de aanval niet een meerderheidssituatie kan worden gecreëerd. Dat scheelt veel open of bijna open lay-ups. Vooral bij turnovers doen ze goede zaken. Zwolle heeft weinig “slechte” turnovers. Ik bedoel daarmee passes die een interceptie opleveren of een guard die dribbelend balverlies lijdt. Dit zijn over het algemeen meerderheids situaties voor de tegenstander en daardoor hoog percentage 2 punts schoten. Een “goede” turnover is lopen, 3 seconden, etc. Een situatie waarbij de scheidsrechter fluit. Turnovers die een tegenstander aan de zij- of achterlijn moet innemen, waardoor het gewoon 5-tegen-5 is en je als team een stop kunt maken.

Zwolle heeft aanvallend ook een verandering ondergaan.  Waar in het verleden Zwolle een echt ‘jump-shooting’ team was, nemen ze nu relatief weinig driepunters en creëren ze veel lay-ups. De pointguard, TJ Tiller is hier goed in, maar vooral Justin Stommes zorgt met zijn lengte en balvaardigheid voor veel lastige situaties dichtbij de basket. Er worden veel acties naar de basket gemaakt. Dat levert een hoge efficiency in de aanval op, maar zorgt er ook voor dat als je niet scoort er veel mensen achter de bal zijn. En daarmee worden de ‘open-court’ situaties vermindert, die vaak meerderheids situaties opleveren.

Verdedigen doe je als team, maar Zwolle heeft in Nicky Hulzebos iemand die het slot op de deur is. Een aantal situaties die een makkelijke score voor de Den Bosch kon zijn, werden door hem voorkomen. Daarnaast heeft Zwolle met Sergio de Randamie en Kevin Zonderland harde werkers waardoor er nauwelijks makkelijke ‘looks’ zijn te krijgen voor de tegenstander.

Zwolle doet dus een aantal zaken goed in de verdediging. Ze geven weinig open kansen dichtbij de basket weg door hun verdedigingsvorm. Ze rebounden uitstekend en boven het gemiddelde in de competitie (73% verdedigende rebounds). Ze krijgen weinig moeilijke meerderheidssituaties tegen in open court, doordat hun verdedigende transitie goed verzorgd is en schotselectie in de aanval duidelijk is.  Daarbij krijgt Zwolle weinig vrije worpen tegen. Over het algemeen wordt door de spelers van Zwolle verdedigd op de voeten. Er wordt niet geslagen naar de bal in de ijdele hoop dat de scheidsrechter niet zal fluiten omdat het alleen de bal was. Gemiddeld krijgen teams in de competitie 19 vrije worpen tegen. Zwolle krijgt er gemiddeld 17 tegen, maar vooral de verhouding tussen het aantal veldpogingen (fieldgoals) en het aantal vrije worpen (de freethrow rate) is met 0.27 aan de lage kant.